-
1 interface
n. de wijze waarop twee delen van een informatiesysteem aan elkaar moeten passen (in computers en elektronica)--------v. raakvlak; interface[ intəfees] -
2 interfaces easily
(comp) koppelt zich gemakkelijk (maakt snelle verbinding tussen (verschillende computer) systemen) -
3 serial interface
(comp.) seriële interface (verbinding tussen (verschillende computer)systemen)
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский